Ameland, Lauwersoog

De vakantie begint op z’n eind te lopen…. Dinsdag om half twee halen we het anker op bij West, en varen we door het Oosterom richting Terschelling. Eerst nog een stukje zeilend, maar al snel wordt het ondiep, en omdat de wind tegen staat (ondiep en laveren gaat niet zo) gaan we motoren. Pas als we de Blauwe Balg door zijn kunnen we weer zeilen. Het laatste stuk door het Molengat is zelfs lekker pittig kruisen. Tegen zeven uur zijn we bij Nes.

Op Ameland zijn ze druk met de dijkverzwaring, dus komen er nu heel grote schepen, waarvoor dan ook nog weer gebaggerd moet worden.

De vernieuwde veerdam (afgelopen winter flink aangepakt) is geen succes voor de jachthaven, door de geplaatste damwanden weerkaatsen de golven ongedempt de haven in, met hoog water liggen we dan ook flink te slingeren.

Woensdag

We nemen nog een rustdagje, we wandelen nog wat, Buren met een omwegje, en we draaien alvast een was, zodat de berg aan het eind wat kleiner wordt. Wederom is It Paradyske weer gedegradeerd tot wasboot.

Donderdag

Vroeg op, nou ja, kwart over zeven hoef je nou ook weer niet over te klagen, en met een zuidelijke later naar zuid-west draaiende wind speren we naar Lauwersoog. Onderweg zien we Geurt Busser nog liggen op het Wierumerwad met zijn Hendrik.

Om kwart voor twaalf draaien we de jachthaven van Lauwersoog weer in. Vier uur, geen record, maar wel heel vlot (sluis stond klaar).

Ook vandaag nog twee wassen doen, opruimen, en dan gaan we morgen weer naar huis en is, helaas, helaas, de vakantie voorbij.

Den Helder, De Cocksdorp, Terschelling

Omdat het zondagochtend al snel heel erg warm is, en de wifi in Den Helder ook erg beroerd is, gaan we al snel verder.

Het doel van vandaag is het haventje van De Cocksdorp, eigenlijk niet meer dan een steiger aan een geultje dat wordt gevormd door het uitstromende water van een gemaal. Dorpsbewoners houden de prikken (takken en pannenlatten) bij, die langs het geultje staan. En dat doen ze goed, want we varen zonder problemen naar de steiger.

Maandagochtend vroeg doen we boodschappen, om de ergste hitte voor te zijn, maar ook om half tien breekt het zweet je aan alle kanten uit… Tegen tweeën varen we weer weg. Omdat het water nog wat lager is dan gister kunnen we nu zelfs de geulranden heel mooi zien in het ondiepe water. We varen langs de vuurtoren en steken het Eierlandse gat over naar vlieland.

Dan roepen we eerst maar eens “Range Control Vliehors” op met de marifoon. De westelijke punt van Vlieland is namelijk een militair oefengebied, en ’s ochtends waren er oefeningen geweest door de luchtmacht, maar ’s middags leek het aanvankelijk rustig. Tot wij er aan kwamen dus, toen begonnen ze weer. Maar de vluchtleiding verzekert ons dat er aan de zuidzijde geen oefeningen zijn en dat we door mogen gaan. Wegens gebrek aan wind wordt dat een beetje motorzeilen, stukjes zeilen, dan weer motoren, en soms beide. Dat er geen oefeningen zijn weerhoudt de piloten er niet van om een paar keer een rondje vlak boven ons te vliegen, best intimiderend.

 

Maar na die rondjes wordt het rustiger, en een poosje later hoor ik ze nog af en toe op grote hoogte even langsvliegen (ten zuiden van ons), al vallen de bommen dan wel op een kilometertje ten noorden van ons….. Na de Vliehors kunnen we weer zeilen, en varen we verder richting Terschelling. In het Schuitengat staat de stroom flink tegen en moet de motor weer bij. Net ten oosten van West gaan we voor anker, morgen weer verder.

Overtocht Southwold Den Helder

Aan het vorige artikel heb ik nog wat foto’s toegevoegd, om de sfeer in Southwold nog even te proeven.

Vrijdag 15 juni.

Altijd weer spannend zo’n overtocht, dus een beetje zenuwachtigheid is er altijd wel, maar we hebben alles goed voorbereid en dat geeft wel weer rust. Ik tik het logboek maar even over, want daar staat alles ook in:

Rustig voorbereiden voor de oversteek, douchen, fietsen aan boord, route uitstippelen en doorspreken. Om één uur naar de overkant van de Blyth (riviertje waar we liggen) om te tanken (water) en om half twee gooien we los.

Eerst een poosje westelijke wind, weinig, dus de halfwinder gaat er op. Om een uur of drie vier valt de wind weg, 20 minuten motoren met de slurf neer (hoes om de halfwinder). Dan een zuid-oosten wind, halfwinder weg en aan de wind zeilen. Gedurende de nacht draait de wind verder door naar het westen.

Als ik tegen 4 uur de groene schoot weer van de rode schoot kan onderscheiden, gaat de halfwinder er weer op. Het is een heerlijk rustige overtocht, genieten! Onderweg bruinvissen, janvangenten, alken en bruinvissen gezien, en veel scheepvaart.

Deze gaat achterlangs, op ongeveer 0,6 nautische mijl. Dat is best dicht bij dus dat moet je goed in de gaten houden. Gelukkig hebben we daar goede apparatuur voor:

Op de foto zie je o.a.:

kaart, waarop we elk uur aankruisen waar we zijn

computertje, met een kaart- en navigatieprogramma, daarop kunnen we ook zien waar die grote schepen varen en hoe hard ze gaan en zo.

daarboven: marifoon, daarmee kunnen we met andere schepen en de kustwacht praten

accu-monitor, om te zien hoeveel elektriciteit we nog hebben.

schakelpaneel, om alle apparatuur aan te kunnen zetten.

buiten hebben we nog een GPS, een dieptemeter en een windmeter.

Bij de verkennerton van het Schulpengat gaat de halfwinder neer (te hoog aan de wind) en de genua op. Maar dan valt de wind helemaal weg, en motoren we de laatste anderhalf uur naar Den Helder. We meren af in de jachthaven van de KMJC om 20.00 BST, 21.00 MEZT.

Woensdag, donderdag

Vanochtend vroeg op, zes uur! Op deze manier pakken we nog een flink stuk van de eb mee. Stroom meer dus. Tot Aldeburgh schieten we lekker op, dan zakt de snelheid erg. Het laatste stukje moet zelfs op de motor.  ’s Avonds eten we in de plaatselijke pub, en wandelen we nog even naar een dorpje in de buurt.

Zelfs de honden krijgen hier Adnams…..

 

Donderdag

 

Vandaag uitrusten, boodschappen doen, bijboot inpakken, beetje afscheid nemen van Engeland en weer eten in de plaatselijke pub.

Sfeerbeelden:

Kortom voorbereidingen treffen voor de oversteek, want morgen beginnen we weer aan de terugtocht. We varen naar Den Helder, een tocht van zo’n dertig uur.

 

 

 

Zondag 11 juni tot dinsdag 13

We raken de tel van de dagen al aardig kwijt, maar gelukkig geeft de telefoon nog aan welke dag het is. We liggen aan een mooring bij Wandringfield, een dopje met een kroeg en een werf en that’s it. Niks te beleven. Maar het is ook de woonplaats van Dylan Winter. Hij heeft een blog: www.keepturningleft.co.uk . Hij is bezig rond Engeland, Schotland en Wales te zeilen, maar dan zo langzaam mogelijk. Ook waar wij nu zeilen heeft hij heel mooie video’s gemaakt, ik zal er binnenkort wat posten. Zaterdagavond hadden we hem al voorbij zien komen, maar reageerde hij niet op mijn zwaaien, dus zondagochtend zijn we bij hem langs gegaan, en hebben een kop thee bij hem gedronken en lekker gekletst, erg leuk om hem eens te ontmoeten! Dit is zijn bootje momenteel:

Daarna hebben we een wandeling gemaakt, eerst door de heuvels en daarna nog een paar kilometerlangs de Deben. Dat was het plan, maar toen we bij de Deben aankwamen hing daar een bordje dat door erosie de route was afgesloten. Moesten we bijna het hele eind weer terug, 8 km werd toen 12,4 km. Dus we waren flink moe. Onderweg nog wel een mooi kerkje gezien en onkruidwieders in een perceel maïs. Ze moesten nog een paar hectare…..

Daarna zijn we doorgevaren naar Woodbridge, aan het eind van de bevaarbare Deben.

Maandag 12 juni

Maandag, wasdag! Ja dat moet ook af en toe als je schone kleren opraken.

Maar ook de stad in, kerkje bezoeken en boodschappen doen.

Mooi kunstwerk bij een ander kerkje:

En thee drinken, je krijgt er een zandloper bij

3 minutes is light

4 minutes is medium

5 minutes is strong

Vertaald naar het Nederlands: 3 minuten, dan is ie heel sterk

4 minuten, ongeveer zo sterk als koffie,

5 minuten, niet te drinken…

Dus zo gauw de serveerster zich omdraait, halen wij de zakjes er uit! Ze hadden trouwens wel heel mooie lampjes voor het raam hangen. Sorry voor de spiegeling.

Dinsdag13 juni

Vanochtend naar Sutton Hoo, een archeologische vindplaats waar ze een soort vikinggraf uit het jaar 630 hebben gevonden. Vooral de sierraadvondsten waren erg indrukwekkend! ’s Middags zijn we weer verder gevaren naar de monding van de Deben en liggen we bij Felixstowe Ferry.

Horse shoe sand.

Dinsdag 5 juni tot zaterdag 10 juni

Dinsdag 5 juni tot zaterdag 10 juniGisteren waren we aangekomen in Heybridge Basin, ’s middags ben ik nog even naar de supermarkt gelopen, 7 kilometer of zo… Dus dan neem je niet teveel spullen mee, vers brood en kaas was het meest nodig.

Vandaag is het pet weer, dus tot halverwege de middag houden we pyamadag. Maar dan klaart het op, dus nog snel even naar buiten, uitwaaien langs de Blackwater, of Chelmer, dat is niet helemaal duidelijk.


Als hier een schip op is, vooral houten schepen, dan laten ze dat gewoon liggen tot ie helemáál op is.

Woensdag
Vandaag is het gelukkig veel beter weer, en we liggen aan een kanaal dat een heel eind landinwaarts gaat, wel een kilometer of 25. Op een kilometer of 3 ligt echter de Tesco, en op 5 kilometer een kruispunt van kanalen en rivieren, die gaan we vandaag dus verkennen.


Bij het kruispunt komen 5 stromen bij elkaar, met aardig wat hogteverschil, dus wat sluisjes en watervallen.


Op de terugweg naar de Tesco, een Tesco Extra zelfs, een mega-grote, dus de gelegenheid om onze voorraden aan te vullen zonder sjouwwerk. Vooral veel blikvoer (custardvla in blik!), blikdrinken (bier en ginger-ale) en nog veel meer.

Terug nog langs een boze zwaan.

Het kanaal is erg ondiep, met veel waterplanten onder water.

’s Middags is het tijd voor wat beweging, dus te voet naar Maldon, een kilometer of vijf langs de rivier. Onderweg zie je dus van dit soort nederzettinkjes:

Donderdag
Er staat nog steeds een pittige wind, maar wel veel minder dan afgelopen dagen, dus we kunnen weer verder. Met de zuidwestenwind kracht vijf, blazen we in hoog tempo de Blackwater af (bij Maldon) naar de Backwaters bij Walton. Ja dat levert wel eens verwarring op die twee namen. Onderweg komen we nog langs een stukje nostalgie:

’t Is pittig zeilen en ruig weer dus weinig foto’s onderweg, en als we om zes uur in Titchmarch Marina aankomen zijn we behoorlijk moe van de golven die we onderweg hadden.
De Backwaters is een heel mooi estuarium, alleen in de jachthaven waar we liggen vanwege de harde wind, zien we er erg weinig van.
Dus op vrijdag gaan we in plaats van meteen naar de Deben, toch nog maar even verder de Backwaters in om te genieten van de natuurpracht.

We overnachten ergens in een zijarm van een kreek, achter een mooring.


Met hoog water staat het water gelijk met het gras, met laag water kijk je tegen drie meter hoge geulranden aan.

Zaterdag zijn we doorgevaren naar de Deben, we liggen nu bij Walderingfield.

Van Woolverstone via Ipswitch naar Heybridge Basin

Nog even terugkomend op al die schepen aan moorings (meerboeien), dan moet je dus wel weer een klein bootje hebben om naar je boot op de rivier te komen, dus zie je op dat soort plekken ook heel veel kleine bootjes op de wal liggen, zogenaamde dingy parkings.

We pakken de draad weer op in Woolverstone, na ons verblijf bij de RHYC gaan we op zaterdagochtend weer verder. Op de motor helaas, we varen namelijk door naar Ipswitch, de eb loopt, dus we hebben stroom tegen, en ook de wind zit in de verkeerde hoek. Maar ’t is gelukkig niet zover, ongeveer drie kwartier varen. In Ipswitch liggen we in een “wet dock”, een natte haven. Ja logisch zul je denken, nou niet op een getijdenrivier, want daar loopt met eb de haven helemaal leeg. Deze haven ligt daarom achter een sluis. Een hele trage! De vijf meters naar de Flevopolder gaan vijf keer zo snel dan deze tweëenhalve meter. Maar goed, na een uur zijn we er door en kunnen we afmeren.

’t Is er druk want de reden dat we naar Ipswitch gaan is een meeting van het Zeilersforum.nl, waar ik lid van ben. Gewoon gezellig bij elkaar wat ouwehoeren, en zaterdagavond een borrel bij Isaac. Zaterdagmiddag gan we nog even voorraden aanvullen bij de Sainsbury in het centrum. Met zoveel Nederlanders in Ipswitch is het natuurlijk niet verwonderlijk dat je dan Albert Hein-tassen ziet in de Engelse supermarkt.

Ipswitch is een heel mooi oud stadje met mooie middeleeuwse geveltjes, of in ieder geval middeleeuws uitziende geveltjes.

De volgende dag vertrekken we weer, net als de meeste Nederlandse boten, er wordt namelijk nog een dag mooi weer verwacht en daarna wordt het pet. Voor ons dus reden om nog even een flink stuk naar het zuidwesten te varen, en die andere boten gaan de Noordzee over naar Nederland. We gooien iets voor negenenlos, ’t is dan hoog water en de sluis staat dan een poosje helemaal open, en we kunnen dan dus zonder wachttijd doorvaren. Meteen na de sluis gaan de zeilen omhoog, en maken we van de dan nog westen wind gebruik om langs Walton on the Naze naar het zuiden te varen. Daar draait de route naar het zuidwesten en de wind helaas ook, maar soer als we zijn gaan we kruisen, laveren tegen de wind in. En dus ook tegen de stroom in, want de eb loopt nog. Gelukkig draait de stroom tegen drie uur, en met de stroom mee kruisen we verder naar het zuidwesten. De wind trekt ondertussen al flink aan en het wordt een pittige tocht. Gelukkig is het laatste stukje noordwest, dus hoeven we daar niet meer te kruisen. Vlakbij onze eindbestemming komen we nog deze Thames barge tegen:

Met dit soort schepen werd vroeger de vracht vervoerd op de rivieren hier. Rond een uur of acht komen we bij de sluis aan, helaas is het dan te laat om nog gesluisd te worden, we pikken daarom een meerboei op tegenover de sluis, en kunnen dan eindelijk aan onze avondmaaltijd die Annemarie al varend heeft bereid. Maandagochtend om half tien draait de sluis weer, om kwart over negen gooien we los en gaan bij de sluis liggen, een heel oude, maar in de laatste jaren flink gerestaureerd.

De sluis wordt nog helemaal op handkracht bediend.

Ook het openen van de deuren wordt met spierkracht door de lock keeper en zijn vrouw gedaan.

De reden dat de sluis alleen maar op bepaalde tijden draait is omdat de sluis alleen maar met hoog water bereikbaar is. Er loopt maar een heel klein ondiep geultje naar toe, en de rest van de rivier hiervoor ligt ook bijna helemaal droog.

Als we door de sluis zijn kunnen we meteen erna al aanmeren in het Basin direct achter de sluis, het kanaaltje naar het stadje Heybridge hier vlakbij is namelijk veel te ondiep voor onze boot. Hier zullen we de komende dagen doorbrengen, want er komt takkenweer aan. Regen en harde wind, dus lekker knus de kachel aan.

Woensdag, donderdag, vrijdag

We zijn weer een paar dage verder, we liggen nu bij de Royal Harwich Yacht Club, een prachtige oude club opgericht in 1843, met een heel mooi nieuw gebouw.


Maar we waren de vorige keer nog in Snape Maltings, de oude mouterij.
Snape Maltings is bijna net zo oud als de Yacht Club hier, 1845 ongeveer. Een oud industriecomplex eigenlijk, maar tegenwoordig een music hall en veel winkeltjes, maar ook veel aandacht voor kunst.

Bij Snape Maltings moet je met hoog water aankomen, zodat je tegen de kade kan gaan liggen, bij laag water lig je dan in een bed van zachte modder.

Woensdag zijn we een eindje wezen wandelen langs de Alde, met laag water, zodat we ook mooi konden zien waar we vast hadden gezeten, inderdaad waren hier en daar onze sporen nog wel te zien. Wezijn naar Iken Church gelopen, een heel oud (Romaans) kerkje.

Gelukkig konden we ook binnen kijken, het dak van het middenstuk is in de jaren zestig afgefikt maar dat hebben ze heel mooi gerestaureerd. De buurman van de kerk verkoopt ook bloemen voor het onderhoud van de muur langs de rivier, maar die zelfde bloemen levert ie ook aan de kerk, er stonden vier megagrote bloemstukken, met lelies, rozen en nog veel meer.


’s Middags nog een theetje gedronken in de Granary op Snape Maltings, daar zie je ook veel van de oude gebouwen.

Donderdag zijn we weer terug gevaren de Alde af. Om half acht weg, ongeveer een uur na hoog water. Dan zakt het water dus al best wel, en als je vast komt te zitten, is het dus zaak om heel snel weer los te komen anders lukt dat niet meer. Dus bij vast: snel peilen aan welke kant van de boot het dieper is, en daar naartoe proberen te komen.
Op onderstaande foto bij Aldeburgh kan je mooi zien hoe vol ze een rivier soms leggen met moorings waar ze de boten aan vast leggen.

 

Vlakbij de monding van de Ore (Met die grindbanken en stroomversnellingen) maken we een tijstop, we willen ongeveer anderhalf tot twee uur na laag water over de “bar”, de drempel, en daar moet volgens onze berekening dan zo’n 2 meter water staan. Maar daarvoor moeten we dus nog even wachten. Nou hebben ze daar een heel mooi plekkie voor: Abraham’s Bossom, ofwel: de schoot van Abraham, en daar ankeren we een paar uur.

Dan door over de drempel (inderdaad er staat twee meter water, gelukkig) en dan een stuk over zee, richting Harwich. ’t Is prachtig weer en onderweg komt er nog een bekende vlak langs gezeild, dus daar maken we een fotoreportage van.


Verder langs de containerterminal van Felixstowe (er liggen zelfs twee schepen van 400 meter lang en 60 meter breed!) de rivier de Orwell op naar de RHYC.
Vrijdag is weer een wandeldag. We lopen via allerlei “public footpath”s naar een dorpje in de buurt, door met bos en graanvelden bedekte heuvels,

en van daar naar Pinn Mill, waar de Butt and Oyster staat (wereldberoemde pub)

en vandaar lopen we weer langs het water naar de Yacht Club.
Vanavond willen we eigenlijk eten in de Butt and Oyster, maar het onweert nu flink, dus misschien wordt het ook wel wat dichterbij of op de boot. Het is dus boot geworden.

 

Zondag, maandag, dinsdag

Wij zijn ondertussen was verder gevaren, maar slechts af en toe is er goed internet om wat te posten. We waren in Lowestoft gebleven. ’s Zondags hebben we lekker rustig aan gedaan, eerst een beetje op de boot luieren, daarna op de fiets de omgeving in. Noordwest van Lowestoft liggen de Broads, een plas/moerasgebied waar je heerlijk kan wandelen fietsen en zeilen. Het is toegankelijk via een sluis, waar onderstaande mannen de boel bedienen. Wij waren dus op de fiets. Onderweg ook nog een onbewaakte overweg, let op de teksten! Aangezien we geen vers spul meer hadden om te koken, en de supermarkten ook al dicht waren vanwwege een bankholliday, werd het fish and chips op de pier. Van die lekkere kleffe chips met zout en azijn er over. Maandag is het weer zeer geschikt om weer verder te varen, we gaan naar de rivier de Ore, een rivier met een spannende ingang vanaf zee, erg kronkelig en ondiep. Maar eerst moeten we een stuk over zee, zo’n dertig zeemijlen. Onderweg komen we langs de vuurtoren van Orford Ness (neus, een uitstekende punt), en even later langs wat bunkers uit de koude oorlog. Dit gebied was al in de Tweede Wereldoorlog militair gebied, en is pas sinds een aantal jaren weer teruggegeven aan de natuur. Maar er staan dus nog wel van dit soort rare bunkers, met een soort hoed. Gelukkig hebben we goede kaarten, en aan de hand daarvan hebben we een route in de GPS gezet, die volgen we, en hoewel het er imponerend uit ziet daar, ging het moeiteloos. We motoren nog even een klein eindje door en pikken bij Aldeburgh een mooring op, dat is een boei die met een ketting aan een zwaar blok ligt, da’s lekker makkelijk en veilig. We liggen precies naast een Martello tower, da’s dan weer uit de tijd van Napoleon. Dinsdagochtend gaan we met de bijboot naar de kant om boodschappen te doen. Aldeburgh heeft een heel aardig winkelstraatje met veel winkels, o.a. een slager een bakker en een supermarkt, dus we slaan weer voor een paar dagen brood in, dat was al weer even op. Aldeburgh heeft overigens geen zandstrand zoals we dat in Nederland overal zien, maar het is een kiezelstrand, een enorme dikke wal van alleen maar grind. Nadat we weer naar de boot zijn getuft, en de Cornish pasties op hebben wordt het tijd om verder te gaan richting Snape Maltings, een stuk over een kronkelend riviertje dat hier en daar en eigenlijk overal heel erg ondiep is. We lopen verschillende keren vast en moeten dan wachten tot het water weer wat hoger is voor we verder kunnen. De kerk is Iken church, daar hopen we nog naar toe te wandelen. En aan het eind daarvan is dus Snape Maltings, zoek maar op op google, ’t is iets met een concertzaal en winkeltjes.

De oversteek

Vandaag (en morgen) is de dag van de grote oversteek. De weersverwachting is erg goed, noordoost draaiend zuidoost, hooguit wat te zacht.

We motoren over het Noordzeekanaal naar IJmuiden want te veel luwtes daar en te weinig wind. De sluis stond al op ons te wachten en we worden vrijwel meteen geschut. We schakelen over naar zee-mode: de stootwillen worden achterop geknoopt, reddingsvesten standaard aan, hebben we eigenlijk altijd aan hoor, en we varen meteen door de Noordzee op. Vanwege de weinige wind gaat de halfwinder er op, en IJmuiden verdwijnt langzaam uit het zicht.

Net boven het windmolenpark valt de wind weg en motoren we even een half uur, daarna komt de wind weer terug uit het noordwesten, dus halfwinder weer onderdeks en op de genua verder, niet zo hard maar wel stil.

Eigenlijk is op zee varen oersaai maar je kan ook zeggen heerlijk rustig. Af en toe komt er een boot voorbij in de verte, hier en daar een gasplatform, de uren rijgen zich aaneen en je komt in een flow.

De hele dag is het stralend en onbewolkt en we worden dan ook getraceerd op een prachtige zonsondergang.

Ook ’s nachts is het genieten, lekker een beetje​ mijmeren onder een onbewolkte sterrenhemel. De Melkweg is extreem goed te zien, totaal geen lichtvervuiling hier.

We draaien om de beurt wacht, maar het is zo rustig dat ook in de kuip doorgedoezeld kan worden, met een eierwekker op vijftien minuten. Langzaam wordt het weer lichter, en komt de kust in zicht. Eindelijk die ene boei in beeld waar de gps ons al zevenenzestig mijl naar toe stuurt.

Dan nog een klein stukje tegen de stroom opboxen en de jachthaven in.

En dan kan ook de gastenvlag gehesen worden.

We rusten nog wat uit en wandelen daarna even naar de supermarkt voor vers brood. ’s Avonds eten we in de harbour Inn. Dat hadden we wel verdiend, en daarna vroeg naar bed, ook heel erg verdiend.